Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Smabers 10/152 |
||
In het voogdgeding van 1588 is al sprake van een weg van den Laekbergh oever den Horichswech langs den Tutenbergh biss in den Steinacker. Tijdens het geding van 1700 klaagde Willem Janssen dat aan zijn erf aan de Laeckbergh een zandkuil werd gemaakt, waarbij de weg tweemaal zo breed werd als gebruikelijk. Smabers gebruikt de benaming op den Laeckberg op kaart 10 voor de percelen 152 tot en met 160, het gebied meteen ten noorden van het HOLLESTRAAT op de Heide. Ook de Rivierenkaart uit 1849 (afb.) laat dit toponiem zien ten noorden van het Hagelkruis.
Het toponiem Laak zou te maken hebben met een waterloop in een moerassig gebied. |
||
Laakweg | ||
1. | Smabers 1 | |
In 1710 verpandde luitenant Rutger Anthoin a Clos akkerland aan de Laeckwegh gelegen. Landmeter Smabers (1774) tekent deze Sint Urbanuswech ofte Laekwech op de plaats van de huidige ELMPTERWEG. | ||
2. | Smabers 10 | |
Op kaart 11 wordt de naam Laeckwech ook gebruikt voor de huidige SCHOOLSTRAAT, maar deze naam wordt op kaart 15, waar deze weg beter te zien is, niet herhaald. Mogelijk betreft het dan ook een fout, temeer daar vermeldingen uit andere bronnen ontbreken. |
||
Lage Biesweerd | Smabers 8 | |
In 1715 verpandden de weduwe d'Everard en haar kinderen, eigenaren van het Spick, twee hooibemden of 'lotten' in de Leegen Biessert gelegen. | ||
LAMBERTUSSTRAAT | Smabers | |
Op kaart 11 van landmeter Smabers is de LAMBERTUSSTRAAT het oostelijk gedeelte van een voetpat dat dan nog in westelijke richting verder loopt tot aan de hoek BOUTESTRAAT / STATIONSSTRAAT. Dit pad loopt tussen de landerijen van de huizen aan de noordzijde van de Bouten straet off Hoogh straet en het gebied dat door Smabers de crom morgens wordt genoemd. | ||
LANCK, DE | Smabers | |
Tijdens het voogdgeding van 1717 drongen de gezworenen er op aan dat er een einde moest komen aan 'het dispuyt van de Lanck' of om anders vermindering te krijgen in de hoofd- en beestenschat. In 1790 wordt geklaagd 'dat de Lanck met het uythouwen van stroyhey soo bedorven wordt dat de naebuyren geene flincken konnen maeken'. Op het kadastraal minuutplan van 1842 (sectie D1) staat een gedeelte van de weg aangegeven als chemin de Swalmen à Elmpt, die bij grenspaal 412 de grens passeert.
In 1926 stond Overman terecht omdat hij, samen met zijn knecht, in 1921 een grote partij vlas ter waarde van fl. 6.000,- zonder toestemming zou hebben verkocht aan Reedijk. Het vlas zou gedeeltelijk eigendom zijn van de N.V. Bank en Handelsvereeniging P.J. Berger. Al in 1923 verzocht de rechtbank om zijn aanhouding, maar hij vluchtte naar Leuth (D). In april 1926 werd hij in Venlo aangehouden, maar uiteindelijk werd de voormalige pachter van 'de Lang' vrijgesproken. In augustus 1926 werden uit een weide in de Lanck, nét over de Duitse grens, twee paarden gestolen, een eigendom van A.P., het andere van de weduwe S.P. In 1927 werd een gedeelte van de landerijen in de Lanck gepacht door E. Kok; hij kreeg in mei 1927 toestemming om een gedeelte onder te verpachten aan J. Suilen. Op 28 mei 1931 bracht de afdeling Roermond van de Nederlandsche Heidemaatschappij een bezoek aan Swalmen. De excursie werd geregeld door de vereniging 'Swalmen Vooruit'. Het programma bestond o.a. uit bezichtiging van de gemeentebossen op Duits grondgebied, de ontginning en kwekerijen in de Lank, de bossen en aanplantingen rond kasteel Hillenraad, inclsief de stoeterij van Shetlandponny's aldaar. In juli 1937 wees raadslid Luiten erop dat de Lanck al heel wat zorgen had gebaard. Hij drong aan op de stichting van enkele boerderijen in het gebied; ook de zg. Streekplannendienst speelde reeds met dit idee. In 1938 werden in de Lanck diverse nieuwe wegen aangelegd in het kader van de werkverschaffing. In maart 1942 woonde G. A. Reyinz op de Lanck (E 95). Op woensdag 7 april 1943 stortten schuur en stalling van landbouwer R. in de Lanck in. Ook diverse andere huizen en boerderijen hadden aanzienlijke dakschade. |
||
Landweer | ||
In 1715 verpandden Jan Smeets en Maria Heijnen land aan de Landtweer gelegen. Gezien de overige percelen moet hier de Wolfsgraaf worden bedoeld. | ||
Lange Baend | Smabers | |
Een perceel met de naam Langen Bandt wordt in 1679 genoemd onder de pachtlanderijen van de hoeve op het tegenwoordige adres Wieler 1.
|
||
Lange Bemd | Smabers 17/10 | |
![]() |
||
Lange Boenders | ||
In 1679 pachtte Hendrick Beeck de Swamenhoff (Wieler 1) inclusief ongeveer 3 morgen, waarover twee wegen liepen, gelegen bij de Lange Boeners. | ||
Laplander | Smabers 1/115 | |
In 1656 kochten Hendrick Daemen en zijn vrouw van de gemeente een huisplaats aan Melickerhout gelegen; vermoedelijk werd er kort daarop een huis gebouwd. De erfgenamen van Hendrick Daemen bijgenaamd de Laplander droegen in 1693 een huis tussen de kapitein d'Everard (Spick) en de gemeente gelegen voor een periode van 33 jaar over aan Aret Hanssen en Sophia Rutten om te bezitten in onberekend gebruik. De nieuwe eigenaren verpandden het huis in 1699. In 1700 overleed Sophia en Aret hertrouwde nog datzelfde jaar met Catharina Willems, die in 1706 in Asselt werd begraven. Aret hertrouwde hierna nog enkele malen, namelijk met Maria Schoenmakers (begr. Asselt 1711), Joanna Reugels (begr. Asselt 1713) en als laatste met Sibilla van der Kitzen, waarmee hij o.a. een dochter Berta had. Met toestemming van het Swalmer gerecht nam Hanssen in 1708 opnieuw geld op met zijn huis, moesgaard en kamp aan de Laplender als onderpand. Volgens de OAT van 1843 waren de gebouwen toen eigendom van de Roermondse apotheker Jan Baptiste Cloquet. Zijn ouders, Philip Albert Cloquet en Maria Theresia Josepha van Geestingen, kochten op 23 juli 1792 een boerderij te Reuver-Leeuwen. Jan Baptist was in 1807 in Maastricht getrouwd met Maria Gertrudis van der Heijden. Zijn oudere broer Antoin was in 1806 benoemd tot pastoor van Swalmen. Op 1 juni 1844 verkocht Jan Baptist onroerend goed onder Swalmen. In 1851 bouwde de bekende architect Pierre Cuypers aan de Swalmerstraat in Roermond een nieuw huis voor Cloquet. In 1855 woonde hij te Steyl. |
||
Lappenberg | Smabers | Google Maps |
De Lappenberg is een hoogte ten zuiden van het kerkdorp Boukoul. Oude vermeldingen van dit toponiem ontbreken vooralsnog. De Lappenberg vormt met ruim 43 m +ANP een van de hoogste punten van de paraboolduinen die hier zijn gevormd met zand uit het zuidwestelijk gelegen Haambroek, een uitwaaiingsbekken. Op maandag 8 juli 1968 kwam deze plek landelijk in het nieuws nadat vier jongens uit Maasniel hier, in een greppel aan de voet van de zandverstuiving, het stoffelijk overschot vonden van de 16-jarige Lily Snel uit Klein-Ternaaien (B) bij Maastricht. Het meisje werd sinds eind oktober 1967 vermist. Ze werd op 16 juli begraven in Groot-Ternaaien. De zaak werd nooit opgelost. |
||
Latbroek | ||
1. Swalmen | Smabers 9/1 | Google Maps |
Landmeter Smabers (1774) gebruikt de benaming Lattbroeck voor een ruim 13 morgen groot perceel tegenover de Naborch, tussen de Swalm en de Hofakker en eigendom van kasteel Hillenraad. In 1698 verkocht de Roermondse schepen Leonard Baenen 'latbroeck' aan de pastoor aldaar, die in 1699 nog enkele gedeelten van anderen aankocht. Dit land was gedeeltelijk begroeid met elzen en eiken. In 1700 verkocht de pastoor een stukje 'lattbroeck' naast de Leucker gelegen. |
||
2. Wieler en Heide | Smabers | Google Maps |
In 1697 verkochten Engelbertus Blondel, doctor in de medicijnen, en zijn vrouw Johanna Bernardina van Loon hun boerderij te Wijlre inclusief hun 'latbroecken' in zowel het Haestert als aan de Hooff gelegen. In 1701 droeg Itgen Heuskens een perceel 'latbroeck' in de Hawinckel gelegen over aan Areth Heijnen en Sophia Heuskens. In 1712 stelde Mecheld Smeets, weduwe van Sebastiaen Heijnen, haar latbroek aan het Schoelbroeck gelegen als onderpand. In een openbare verkoop uit 1712 is sprake van een latbroeck bij de Baecxhoeve gelegen. In 1725 verkochten Willem Crompvoets en Barbara Nijssen land met latbroeck aan het Hoverbroeck gelegen. |
||
3. Boukoul | Smabers 1/32 | Google Maps |
Dit broek was o.a. eigendom van Henricus Diesters en Aldegunda Pauwelsen. Later werd het eigendom van scholtis Bartholomeus van Dijck en zijn vrouw Joanna Pauwelsen. Hun dochter Maria van Dijck droeg in 1703 haar 'slijck- ende latbroeck' binnen de heerlijkheid Swalmen achter de Speck gelegen tussen kapitein Anselmus d'Everard en de erfgenamen van wijlen Goort Quijten in pandschap over aan de kartuizers. In 1716 droeg de advokaat Hillen (eigenaar van de omgrachte hoeve de Boeshei) zijn aandeel in het 'slijck ende latbroeck' eveneens over aan de kartuizers. Het latbroek werd in 1737 openbaar verkocht aan de paters. In april 1717 verkochten de chevalier J.A. Driessens d'Opheijden en zijn vrouw Anna Catharina de Gouverneur hun recht van pandschap op een turf- en latbroek op de Bockoul onder Swamen gelegen aan Gerard Assuerus baron De Horion, een zwager van de heer van Dalenbroek. In 1753 werden Anthoin van Geestingen en zijn vrouw Elisabeth Franssen eigenaren na erfruil met A.M. Jacobs, drossaard van Stockem, en diens zuster |
||
Leemkuil | Smabers 9/181 | |
Landmeter Smabers noteert in 1774 bij perceel 181 op kaart 9: Wijler hoff, leemkuijlen. De KOULEWEG liep vroeger dwars door deze afgraving. | ||
LEENAKKER | Smabers 12/301 | |
In de raadsvergadering van 30 september 1964 werd de benaming LEENAKKER gegeven aan een straat ten westen van de MOLENWEG, enkele honderden meters van de oorspronkelijke locatie. Dit voorbeeld illustreert nog eens de risico's van heringebruikname van oude verdwenen toponiemen. Bij de interpretatie van oude akten ontstaat zo immers gemakkelijk verwarring. |
||
Legge, de | ||
De Legge wordt in 1657 genoemd als de naam van een bemd langs de Maas bij Asselt, waar een verdronken man werd gevonden. Hij werd begraven op het Verloren Kerkhof (zie aldaar). In dezelfde akte wordt het gebied de Lenge genoemd. Vermoedelijk gaat het om De Lingen. | ||
LEETGENSSTRAAT | Smabers | |
Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964. |
||
LEIJGRAAF | Smabers 1-5 | |
1. | ||
In 1669 klaagden de kartuizers dat Geurt Quijten, halfman te Asselt, te dicht akkerde bij de Leigraeff aan de stenen brug comend van Wijershoff. Ze eisten dat de pachter zou worden gelast om drie voet van de Leijgraaf af te blijven. Quijten eiste daarop van de paters documenten waarin stond hoe ver hij mocht akkeren; hadden de paters deze akten niet, dan zou hij blijven akkeren zoals hij dat nu deed. In 1686 klaagde de scholtis namens de heer dat de Leijgraeff komend van de Schaepbroeck langs de Voelbemden tot in de Maese niet behoorlijk werd geveegd. De Leygraeff, die raakt aan de omgrachting van de Tegelerije, wordt in 1774 afgebeeld door Smabers op de kaarten 1 tot en met 5. Deze beek loopt vanaf de voormalige gemeentegrens met Maasniel door een natuurlijke laagte langs Schaarbroek naar de Sijperhof, die zijn naam ontleent aan deze waterloop. Daar kwam de beek uit in het gemeene broeck. De beek mondt tegenwoordig iets ten zuiden van het kerkje van Asselt uit in de oude maasarm. |
||
2. | Smabers 1-2 | |
Op de kaarten 1 en 2 van landmeter Smabers staat, naast de Leijgraaf zoals we die nu kennen, een tweede Leijgraeff aangegeven. Deze beek, de Eppenbeek, ontspringt aan de zuidzijde van het Haambroek en loopt van daaruit langs de ELMPTERWEG naar de hoeve van de Kartuizers. Van daaruit loopt de beek door het Kartuizerbos naar de RAAYSTRAAT. Hier neemt ze een beek op die van de Armenhof komt. Op kaart 2, ten noorden van de RAAYSTRAAT, loopt de beek verder tot aan de Meut, waar ze net als tegenwoordig afbuigt naar rechts om zich samen te voegen met het beekje dat uit het Vlinkenbroek komt. | ||
3. | Smabers 17 | |
![]() |
||
LEUKER | Smabers 11 | |
Reeds in een lijst van tiendgevende landerijen uit 1395 lezen we: In den yrsten der Loeker bij den have van baeke heren Dierick van Murmont tobehoerende. Van de Leuker zijn ook nog vele latere vermeldingen, zoals de Loecker (1623), de Loocker (1634) en de Luecker of Luijcker (1653). Bewoning binnen dit gebied was er nog maar weinig in 1774. Vlak bij de watermolen lag een huis, eigendom van Peter Mulder (perceel nr. 223). Op de hoek van de BEEKSTRAAT en de huidige RIJKSWEG woonde Matthis op den Camp (238). Tenslotte aan het begin van de Beekstraat de huizen van Evert Versteegen (235) en advokaat Leonardus Josephus Cloudt en Maria Gertrudis van Dam (236). Maar kunnen we misschien ook achterhalen hoe ver deze bewoning teruggaat in de tijd? Met behulp van de oude kerkregisters en overdrachtsregisters van Swalmen, waarmee rond 1620 werd begonnen, blijkt dit voor veel oude huizen in Swalmen inderdaad mogelijk. Het huis van Evert Versteegen (235) Het huis van advokaat Cloudt (236) Het huis van Mathis op den Camp (238) Bij de oprichting van een Swalmer schietvereniging in 1964 kreeg deze de naam De Leuker. |
||
Leukerberg | Smabers | |
In 1701 verkocht Itgen Heuskens haar aandeel in de Leuckerbergh. | ||
Leukerbroek | Smabers 9/67 | |
![]() |
||
Leurken | Smabers 15/88 | |
In 1697 verzocht pater Johannes Rutsen namens de kartuizers (als eigenaren van de Beeckerhof) om aanwijzing van behoorlijke tiendwegen, zowel op de Leucker als te
Asselt aan de Boeckesstap en aan de Heijcamp aan het Luierken. In 1711 is sprake van akkerland aan het Leurken gelegen. In 1731 verkocht Peter Simons uit Roermond land aan het Luijrken gelegen. Op een kaart van de bezittingen van de Beeckerhof uit 1835 door landmeter Lecluyse staat land op het Luurken aangegeven. Ongeveer op de plaats van 't Leurken ligt nu de PRINSES MARIJKESTRAAT. |
||
LEVROY | Smabers 15 | |
Maria Faassen verkocht op 16 december 1721 haar helft van een huis op de Leeuwer Ohe gelegen, waarvan de andere helft werd bezeten door Cornelie Faessen, aan haar neef respektievelijk nichten Willem, Catharijn en Maria Gravers, op voorwaarde dat deze haar gedurende de rest van haar leven zouden onderhouden en haar na haar overlijden ter aarde zouden bestellen. Gotsen Kessels verkocht zijn huis op de Levrouw op 3 september 1764 aan zijn neef, eveneens Gotsen Kessels geheten en diens vrouw Jenneken Slabbers, die het huis op de Levro op 3 februari 1767 verpandden. Joannes Gravers en Agnes Custers verkochten op 27 juni 1727 hun aandeel in het ouderlijk huis aan de Leveroeij met ½ morgen land aldaar tussen de gemeente en Maria Faessen, aan Joannes Gravers, Maria en Catarina Gravers, hun broer en zussen. Deze verpandden het huis op de Lieverohe te Swalmen gelegen een dag later. De Leveroe werd rond 6 juli 1745 getroffen door een noodweer met ernstige hagelslag. Hendrick Gubbels en Anna Delissen verpandden op 8 februari 1752 hun huis op de Leverohe. Dochter Joanna Gubbels en schoonzoon Sil Willems waren in 1774 ieder voor de helft eigenaren van het huis op de Leveroy of Schuttekamp (smabers-15/118). Dit toponiem wordt verder nog gespeld als Leeverohe (1785). Op het kadastraal minuutplan van 1842 staat het gebied aangegeven als op Levrou.
Oe of Ohe is een oud woord voor laaggelegen land langs een boek of rivier. De betekenis van het eerste gedeelte van het woord is niet bekend. |
||
Lichte Ohe | Smabers | |
Landmeter Smabers geeft in 1774 de Lichte Ohe, die beginnen bij Eind, aan ten westen van de BROEKWEG, tot aan de Visschers wech. Aan de Maaszijde verloren diverse eigenaren in de jaren daarna de strijd met het water en met ze moesten machteloos toekijken hoe de stroom hun landerijen meesleurde. Zij konden nog niet beseffen dat de kracht van de Maas in de 20e eeuw zou worden geholpen door baggermachines die ook hier diepe wonden vraten in het oude landschap. In het zuidelijke gedeelte van de Lichte Ohe ligt nu een jachthaven.
|
||
Lichteveld | Smabers | |
Een akte uit 1712 vermeldt land in het Lichteveldt gelegen. | ||
Lijsterstraat | Smabers | |
Deze benaming werd volgens raadsbesluit van 7 januari 1963 vastgesteld voor de huidige HERTOG ARNOLDSTRAAT. Anderhalf jaar later werd de naam gewijzigd omdat deze niet meer bij de overige namen in deze buurt paste. | ||
Linde, de | Smabers 5 | |
In 1722 verpanden de erven Heuskens land aan de Linde gelegen. | ||
LINDENWEG | Smabers 5 | |
De weg is vrijwel zeker identiek met het jaagpad of lijnpad dat wordt genoemd in een akte uit 1275. |
||
Lingen, de | Smabers | |
Bij het voogdgeding van 1697 werd de pachter van de Asselterhof gelast de veehekken boven aan het veld en aan de Linghe straete volgens oud gebruik binnen veertien dagen te herstellen. Smabers noemt op kaart 5 zowel de Lingen (perceel 34) als de cleijn Lingen (perceel 35). De vorm van deze beide en aangrenzende percelen verraadt in 1774 nog de oude loop van de Maas, waarlangs vroeger het lijnpad (jaagpad) liep dat al wordt genoemd in het jaar 1275. |
||
Lothariusbos | Smabers 17/14 | |
Lotharius Franciscus van Hoensbroek (1722-1796) was de oudste zoon van Frans Arnold markies van Hoensbroek en daarmee erfzoon van Hillenraad, waarmee hij in 1759 werd beleend. Hij trouwde drie jaar later in Koblenz met Sopia Charlotta Maria Walburgis gravin von der Leyen en Geroldseck. De aangrenzende Damianuskamp werd later aangelegd door zijn broer Damianus. |
||
LUCASSTRAAT | Smabers 11 | |
Dit straatje liep vroeger vanaf de STATIONSSTRAAT door naar de OUDEWEG. In … werd het oostelijke gedeelte van de weg onttrokken aan het verkeer, met een nieuwe aansluiting op de KRUISKAMP. Het gebied tussen LUCASSTRAAT en VELDPOORT wordt door landmeter Smabers (1774) op kaart 11 aangegeven als aen Schutten boom. |
||
Luitenbrökske | Smabers | |
Jacobus Luiten uit Roggel trouwde in 1904 in Swalmen met Johanna Gertrudis Joosten uit Tegelen. |
||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2015 |