Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Calvarieberg | Smabers | |
Frits Scholten: 'Daar krijgen we 'n hoop gedonder mee'. De affaire van de beeldengroep uit Boukoul. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 26 (2008). |
||
't Camisool ('t Cammezaol) is de benaming van het café dat van ongeveer 1880 tot 1917 was gevestigd in het voormalige Sandershuis aan de BOVEN BOUKOUL. Het pand werd in 1801-1802 gebouwd door Arnold Wuts en Catharina Sanders. Een gevelsteentje boven de deur met de letters 'AW CS MK' herinnerde tot aan de sloop aan de bouwers.
J. Geraedts: Van Boukoulder voerlui en de weg naar Viersen. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 7 (1987). |
||
Smabers 11 |
||
Landmeter Smabers gaf aen Cunnen hegge aan op kaart 11 langs de Holle straet. |
||
Ceuvenkamp | Smabers 11/277 | |
![]() |
||
Clarakamp, Sint | Smabers 15/245 | |
Als borg voor de pacht van Genaanhof stelden Stoffel Ramaekers en Maria Mevissen in 1785 o.a. akkerland op St.-Clara Camp. |
||
CLOQUETSTRAAT, PASTOOR | Smabers | |
Antonius Jacobus Josephus Clo(c)quet werd op 16 april 1755 geboren in Roermond, als buitenechtelijke zoon van de uit Maastricht afkomstige apotheker Philippus Albertus Clocquet en Maria Theresa Josepha van Geestingen (die enkele maanden later overigens keurig alsnog trouwden). De familie Van Geestinghen had bezittingen in Swalmen. In 1844 werd een gedeelte hiervan nog verkocht door Antonius' jongere broer Jean Baptiste Clocquet, eigenaar van Laplander (bij Maalbroek). Nadat Antonius in 1780 tot priester was gewijd, werd hij in 1781 eerst kapelaan aan de domkerk in zijn geboortestad. Hij weigerde daar de door het Frans Bestuur geëiste eed af teleggen en werd daarop bij decreet van 30 juni 1798 veroordeeld tot deportatie. Daarop dook hij onder. Om zijn moeder en familie onder druk te zetten, werd beslag gelegd op alle bezittingen. Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964. |
||
Cloutvoetshof | Smabers 11/265 | |
|
||
Conrardkampje | ||
In 1669 kreeg Wilm Faesen na een beleid een boete wegens een verzuim aan den Konderts camp naast den Schutten camp. In 1867 verkocht graaf Karel Huibert van en tot Hoensbroek veldvruchten in het Hillenraadterveld, aan Koenraedskempke en op de Wilde Zijde. In 1890 verkocht Eugène graaf van Hoensbroek te Türnich tijdens een openbare verkoop gehouden op het landgoed Hillenraad schaarhout en bomen aan Boekesdries, Conradtkempke, Bisschopskamp en de Riet. |
||
CRASBORNPLEIN, DR. | Smabers | |
Voor zijn vele verdiensten werd Harrie Crasborn meerdere malen geëerd en gehuldigd. In 1952 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 1960 benoemde de paus hem tot Ridder in de Orde van Sint Sylvester. Als eerste Swalmenaar ontving Harrie Crasborn in 1970 de titel ''Ereburger van Swalmen". Inmiddels was zijn werkgebied vrijwel geheel verdeeld over zijn zonen Fred en Wiek Crasborn en zijn neven George en Ruud Franssen. De legendarische plattelandsdokter overleed op 7 februari 1975. Het plein werd naar hem genoemd bij raadsbesluit van 18 november 1976. Op 29 mei 1982 onthulde Wenny Cammaert-Crasborn, de oudste dochter van de huisarts, op het DR. CRASBORNPLEIN een monument als herinnering. Het kunstwerk werd gemaakt door Frans Peeters uit Swalmen. Precies drie maanden later werd in Beesel van dezelfde kunstenaar een plaquette onthuld op de voorgevel van het Groene Kruisgebouw. Frans G.J. Geerlings: Dokter Harrie Crasborn - De 'Zjwamer dokter'. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 2 (1982). |
||
CRUCHTENSTRAAT, PASTOOR VAN | Smabers | |
Petrus Augustinus van Cruchten werd op 2 september 1751 in Roermond geboren als zoon van Renerus van Cruchten en Anna Catharina Theyssen. Hij koos, net als zijn peetoom Adam van Cruchten, voor de geestelijke stand en noemde zich later J.U.L. Van Cruchten kwam in de zomer van 1797 naar Swalmen. Het waren roerige tijden. Ingevolg het Haags Verdrag van 16 mei 1795 waren de Oostenrijkse Nederlanden, waartoe ook Swalmen sinds 1715 behoorde, op 1 oktober 1795 ingelijfd bij Franse Republiek. Op basis van de republikeinse wetten moesten geestelijken de eed van trouw aan de republiek en haat aan het koningschap afleggen, op straffe van verbanning naar een Franse strafkolonie. Net als veel andere priesters weigerde Van Cruchten om de eed af leggen. De kerkelijke inschrijvingen in Swalmen werden in de nazomer van 1797 gestaakt, net als in bijvoorbeeld Beesel. In augustus kwam er een verbod op het lezen van de mis, in november werden de kerken gesloten. In december 1797 werden de klokken van Beesel en Belfeld al geinventariseerd, in januari kwamen ook de drie klokken gewijd aan Sint Lambertus, Maria en Jan Baptist in Swalmen op een lijst te staan, net als die van Maria en Dionysius in Asselt. Van Cruchten was intussen uit de pastorie gezet en hij had zijn intrek genomen in herberg De Zwaan. De missen gingen intussen door, ondanks het verbod. Swalmenaren weken uit naar Asenray, waar op zon- en feestdagen de mis werd opgedragen. In april 1798 deden liefst 23 jongens en 18 meisjes daar in een schuilkerk van stro hun eerste H. Communie. Twee maanden later werd de eredienst echter hardhandig afgebroken door Franse gendarmes en gedurende tweeëneenhalf jaar moesten de inwoners van Swalmen naar Pruisen om de mis te horen. Onder de dreiging van arrestatie vluchtte Van Cruchten in juli 1798 naar Deurne; een maand later werd hij bij verstek veroordeeld tot deportatie. Pas in februari 1801 waagde de pastoor zich weer in Swalmen. De kerk was nog gesloten en verzegeld, Van Cruchten moet zich gedwongen schuilhouden. Bij Concordaat van juli 1801 werd de vrijheid van godsdienst hersteld. Pierre Augustin van Cruchten overleed op 19 december 1805, 54 jaar oud. Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964. |
||
CUYKSTRAAT, PASTOOR VAN | Smabers | |
Hoewel Wilhelmus van Cuyck nog geen half jaar pastoor was van Swalmen, wordt hij toch herinnerd met een straatnaam. Van Cuyck was tevens gedurende zestien jaar kapelaan van Asselt, waar hij in december 1703 zijn eerste begrafenismis opdroeg. In oktober 1704 noteerde hij als kapelaan zijn eerste trouwmis in Swalmen. Toen pastoor Gerard Dolmans in oktober 1717 overleed, werd hij al snel opgevolgd door Willem van Cuyck. Deze werd op 3 mei 1718 begraven zonder dat hij veel wapenfeiten achterliet. Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964. |
||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2015 | ||