VAN DE WIEG
TOT HET GRAF
een rondleiding langs genealogische bronnen in het Maas- en Swalmdal

door Loe Giesen

In een mensenleven is de geboorteaangifte gewoonlijk een van de eerste wapenfeiten die we terugvinden op papier. Maar van sommige personen vinden we ook nog iets over dat vaak onbekende stukje vóór de bevalling. Veel mensen raadplegen alleen de kerkregisters. Jammer!

23 augustus 1753
BEESEL - Joannes Reijnders uit Beesel voert een proces tegen Maria Beurskens aldaar. Joannes kende Maria al van vroeger maar is in het verleden enige tijd naar Holland geweest en is getrouwd teruggekeerd. Zijn echtgenote is nu in de kraam overleden. Reijnders is hierna weer bij Maria Beurskens gekomen en heeft met haar gevrijd en haar zwanger gemaakt op het kasteel van Beesel, waar hij pachter ('de baas') was en zij dienstmeid. Maria heeft nu huwelijksverbod ingesteld.
RHCL Maastricht, Bisdom Roermond, Officialaat Processen - Inventaris Hanssen, blz. 912.

Vóór de invoering van de Burgerlijke Stand, voor onze omgeving in 1797, werden kinderen uitsluitend ingeschreven in de doopregisters van de parochies Asselt, Swalmen, Beesel en Belfeld. Vrij uniek is deze drieling. Uiteraard waren er ook heel wat peters en meters aanwezig. Noteer de doopgetuigen altijd! Later zijn ze vaak belangrijk om familierelaties aan te tonen.

Het doopvont van de St.-Gertrudiskerk in Beesel stond eerder in de rond 1840 verplaatste kerk in Ouddorp. Veel van onze voorouders werden gedoopt in doopvonten als deze. Soms voerde de vroedvrouw een zogenaamde nooddoop uit die dan later door de pastoor werd overgedaan.

Voornamen

Foto: Loe Giesen

Vernoemingsregels

Lastig wordt het als je in het onderzoek uitkomt bij een vondelinge, zoals bij Anna Maria Kerckhofs in nevenstaande doopakte.

Enige kennis van het Latijn is wel handig bij het lezen van deze oude akten.
Gelukkig zijn er ook prima indexen beschikbaar van alle kerkboeken uit het Maas- en Swalmdal.

Gelukkig had ik meer geluk bij mijn onderzoek naar de eigen familie. Ik ben nog geen vondelingen tegengekomen, of buitenechtelijke kinderen zonder bekende vader.

Veel gegevens uit de Burgerlijke Stand zijn openbaar. Geboorteakten zijn openbaar na 100 jaar, huwelijksakten na 75 jaar, overlijdensakten na 50 jaar. Nog nooit WieWasWie (voorheen Genlias) bezocht? Doen!

Hiernaast de geboorteakte van mijn vader Sjra Giesen, geboren op 19 april 1925 op het adres Reuver 313 als tweede zoon van Ludwig Giesen (geb. Straelen), boekhouder, en Engelina Denessen (geb. Tegelen). Na hun huwelijk in Tegelen woonden Lud en Lien enige tijd in Geldrop, waar ook de oudste zoon Harrie geboren werd.

In afwachting van de bouw van een huis woonden ze zolang in bij de familie Vossen, op de hoek van Stationstraat en Rijksweg. Onderstaande foto, gemaakt rond 1925, laat rechts op de hoek het huis zien waar mijn grootouders woonden.

 

Collectie John Kuipers

Vanaf 1925 is er natuurlijk veel veranderd. Zo is mijn vader in 1991 overleden.
Gelukkig zijn er ook nog wat herkenbare zaken. Voor mij heeft dit pand natuurlijk een bijzondere betekenis omdat de familie Giesen via dit pand Reuver binnenkwam. Alleen via mijn kwartierstaat blijkt dat ik toch ook heel wat bloed uit Beesel, Belfeld en Swalmen heb meegekregen van mijn voorouders.

Over de kindertijd van je voorouders is vaak minder te vinden dan over hun jaren als volwassene. En helaas, voor sommige mensen bleef het ook bij die kindertijd. Maar dan zijn het gewoonlijk ook niet je voorouders.

Trouwens wel eens gedacht aan de krant bij een vroege sterfdatum? Misschien vind je daar meer over de doodsoorzaak.

Heel wat Reuverse kinderen volgden hun onderwijs in dit oude schoolgebouw te Reuver, beter bekend als het Oud Patronaat.
Ook al vind je niets over je voorouders, het is wel aardig om te zien hoe het onderwijs toen geregeld was.

Foto: Loe Giesen

Getuigschrift van Johannes Lamers. Hoewel de schoolopziener van mening was dat er kandidaten waren met meer levenservaring, werd Lamers op 20 oktober 1920 door het Gemeentebestuur benoemd tot onderwijzer te Reuver. Lamers bleef slechts een jaar; op 13 oktober 1921 diende hij zijn ontslag in, waarna hij ging werken in Maasniel.

Enigszins triest is het dossier van meester Ferdinand Schrijvers, die door een ziekte vele jaren lang versufd voor de klas zat totdat hij - eindelijk - werd afgekeurd.

De oudste schoolfoto's van Reuver dateren al van vóór 1900. De klassen op de oudste foto's waren nog gemengd. Pas in 1891 werd door de zusters Dominicanessen een aparte meisjesschool opgericht.

Ook over eerder onderwijs is steeds meer bekend. Zo is de naam Meuter in Swalmen al vrij vroeg verbonden met de functie van onderwijzer en koster.

Rechts enkele moeders in verzet tegen het ontslag van mejuffrouw Heldens door de gemeente Beesel, rond de Tweede Wereldoorlog. Het is telkens weer een verrassing om te zien welk soort stukken in de archieven zoal bewaard worden. Misschien zijn er bezoekers van deze site die de handtekening van hun moeder herkennen.

Foto: Loe Giesen

Heel wat kwekelingen, ook wel 'begiene-kwekskes' genoemd, volgden hun onderwijzersopleiding aan de Reuverse kweekschool. Uiteraard zijn ook zij te vinden in het Bevolkingsregister.

Het bevolkingsregister bevat ook veel namen die niet voorkomen in de Burgerlijke Stand, omdat er mensen waren die hier niet geboren werden, trouwden of overleden, maar er slechts enige tijd woonden en werkten.

In Belfeld waren in 1672 ongeveer 200 communicanten. Dit aantal nam tussen 1762 en 1771 toe van 206 naar 240.

Beesel telde in 1672 325 communicanten, in 1677 en 1686 ongeveer 350, in 1703 circa 400. Hoewel vrijwel iedereen naar de kerk ging, ging de echtgenote van kasteelheer Antonius van Baexen in 1672 niet de communie.

Rond 1773 telde Swalmen onder pastoor Adam van Cruchten ongeveer 300 communicanten.

Lang naar school was er voor de meesten niet bij. Na enkele jaren leren lezen, schrijven en rekenen was het meestal tijd om te gaan werken. Meisjes vaak als maagd bij een boer of in de stad als hulp in de huishouding. Jongens vaak als boerenknecht of ambachtsjongen. Een handwerk leerde je als gezel, niet ergens in de schoolbanken.

Lijst van vormelingen in Belfeld, 1703 (fragment)
Anno domini nostri Jesu Christi confirmati infrascripti sunt parochiani mei. Ab illustrissimo ac reverendissimo pro profratie Angelo episcopo diocoesis ruremundensis meubissimo 1703 16 martij:
-   Paulus Peters filius Petri Schmits et Margareta Wolffers
-   Barbara Peters filia Petri Schmits et Margareta Wolffers;
-   Gerardus Conerts filius Conrardi Connerts et Aleidis Boor Gerets
-   Joannes Connerts filius Conradi Connerts et Aleidis Gerets;
-   Helena Conerts filia Conrardi Conerts et Aleidis Gerets;
-   Anna Jaenssen filia Godefridi Jaenssen et Margareta Wolffers
-   Petrus Schmits filius Theodori Schmits et Petronella Wolffers

Collectie Heemkundevereniging Maas- en SwalmdalWie van jullie weet nog langs wie je gelopen hebt toen je de communie deed?
En wie van jullie heeft nog een herinneringsprentje zoals hiernaast?

Foto: Loe Giesen

Conscriptielijst (1817) met enkele Beeselse namen (GHS Beesel). Later werd de conscriptie vervangen door de militie. In allerlei archieven in binnen- en buitenland bevinden zich gegevens over dienstplichtigen. Sommigen dienden ook als plaatsvervanger of remplaçant. Met name in de Napoleontische Oorlogen vielen zeer vele doden.
Militielijsten bevatten vaak een persoonsbeschrijving. Daarin kun je lezen of je betovergrootvader grote oren had, een brede neus, smalle lippen, blond haar, een spitse kin of een grote mond... En hoe hij er uit zag in uniform? Zelfs dat is soms te vinden.

Sommigen kozen bewust voor een loopbaan als militair. Voordat de dienstplicht werd ingevoerd door de Fransen, maakten de machtshebbers vooral gebruik van huurlingen. Soldaten zullen in een langslepend conflict vaker dan eens aan beide kanten van de linie hebben gestaan.
Ook uit Beesel, Belfeld en Swalmen zijn enkele beroepssoldaten bekend. Een eigenaar van hoeve De Spieker in Reuver was in de 18e eeuw zelfs enkele tientallen jaren in dienst van de koning van Denemarken. Pas toen hij hoorde dat er iets te erven was, keerde hij terug naar onze contreien.

Behalve de geboorte van de kinderen is ook het huwelijk voor de meesten een unieke gebeurtenis. Dat geldt niet voor Thomas Heijnen (1695-1749) uit Belfeld, die tussen 1720 en 1739 liefst zeven maal trouwde. Hieronder drie van de zeven inschrijvingen.

In sommige gevallen werden er voorafgaand aan het huwelijk enkele zakelijke afspraken gemaakt. In archieven van schepenbank en notarissen bevinden zich nog vele honderden van dit soort akten.

11 oktober 1790
BEESEL - Huwelijksvoorwaarden.
Huwelijksvoorwaarden tussen Jacob Bongers 'den Jongen', weduwnaar van Beatrix Laamers waarvan vier nog in leven zijnde kinderen, en Agnes Naus, eerder gehuwd met Jacobus Creijnes en Josephus Hees.
In het geval de bruidegom eerder zal overlijden dan de bruid, zal de bruid  met de vier kinderen alle roerende goederen gelijk delen.
De bruidegom zal alle roerende en onroerende goederen genieten die de bruid heeft ontvangen van wijlen haar man Josephus Hees met dat voorbehoud dat, mocht de bruid na het overlijden van haar aanstaande echtgenoot niet kunnen voorzien in haar levensonderhoud, zij deze goederen zal mogen vervreemden of verkopen voor haar onderhoud. De rest van de goederen zal na overlijden van beide contractanten aan de vier kinderen van de bruidegom verblijven.
De bruid zal na het overlijden van de bruidegom gedurende de rest van haar leven het vruchtgebruik genieten van de goederen die door de bruidegom zijn aangekocht gedurende zijn weduwnaars staat, alswel die welke gedurende het aanstaande huwelijk nog worden verworven; deze goederen zullen na het overlijden van beiden vererven op de vier kinderen van de bruidegom.

Soms bleek het besluit om het ja-woord te geven, hoe weloverwogen het ook leek ook op dat moment, achteraf toch niet zaligmakend. Dat merkte onder andere voorgaande Agnes Naus, die in 1790 nog eens was hertrouwd.

dinsdag 15 mei 1792
BEESEL - Proces wegens mishandeling.
Agnes Naus voert een proces tegen Jacobus Bongaerts uit Besel. Agnes is op 68-jarige leeftijd getrouwd met de weduwnaar Bongaerts, wonend 'in den Busch' te Besel met drie kinderen. Ze wordt door hem mishandeld en als een beest opge­sloten in de schuur. Aangezien geen verbetering te verwachten is, is ze van hem weggegaan en vraagt zij scheiding aan van tafel en bed.
RHCL Maastricht, Bisdom Roermond, Officialaat Processen - Inventaris Hanssen, blz. 1028.

Het archief van het bisschoppelijk officialaat, met allerlei kerkelijke processen, is een vrij onbekende bron van informatie met sappige details waarvan je soms rode oortjes krijgt.

In 1882 trouwde mijn overgrootvader, de pannenfabrikant Peter Gerardus Denessen (1856-1928), ook wel bekend onder de naam Brökskes Gradus, in Tegelen met Anna Gertrudis Verheijen uit Venray. Gelet op de leeftijd van de hier afgebeelde personen moeten deze foto's dateren van vóór 1900.

Rechts Anna Gertrudis Verheijen met haar kleinkinderen Harrie, Gerard, Leo, Herman en André Giesen, circa 1932.

Veel gezinnen zouden nooit compleet op de foto komen: de kindersterfte was tot in de 20e eeuw vrij hoog. Het grootste gezin dat ik tot op heden tegenkwam, telde liefst 25 kinderen, maar dan moeten we wel de dood­geboren kinderen meetellen.

In het geval bruid of bruidegom na het huwelijk verhuisde naar een andere woonplaats (hetgeen natuurlijk vaak voorkwam), konden er nog allerlei praktische obstakels zijn.

25 juni 1784
BEESEL / VENLO - Akte van ontlasting.
Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Venlo oorkonden dat Anna Maria Mecteldis Bercla een wettige dochter is van Joannes Josephus Bercla en Maria Hermans, in leven echtelieden en burgers van die stad, dat zij na haar huwelijk is verhuisd naar de gemeente Besel in het ambt Montfort, en dat deze gemeente hen heeft verzocht een 'ontlastbrief' te verstrekken zodat 'wanneer de selve onverhopentlijck tot armoede moghte geraeken ende naar onse stadt revorteren, wij haar ten allen tijde wederomme sullen aennemen ende beneffens andere behoeftige borgeren uyt de armen middelen doen assisteren'.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 40 fol. 55vs; eenvoudig afschrift op papier naar het origineel ondertekend door secretaris C.H. Junckers, met een gecachetteerd zegel in groene was.

Ging het om een tweede of later huwelijk en waren er al kinderen, dan moest nog meer geregeld worden. Op 18 maart 1624 werd onderstaande akte van eenkindmaking opgemaakt tussen Gerardt Naelen en Jutte Schroers, echtelieden en hun zoon Wilhelmken enerzijds, en de voorkinderen uit het huwelijk van Jutte met wijlen Heincken Lehenen, te weten Sijb Engels en zijn vrouw Mercken, Raebet en zijn vrouw Jaenken, en Heinrich en Ummel Lehenen anderzijds. Let op: deze wordt een stuk lastiger om te lezen!

Einkindtschafft tuischen Gerardt Naelen und Jutten Schroers eheluiden, soen, und der voorss. Jutten voerkindere, daevan gerichtlich bescheit upgericht wie hiernae volgtt.

Wir Heinrich Eingels und Gerardt vanden Crutzberch schepen dess gerichtz tot Biesel, doen kondt ende bekennen hiermit dat voer uns perschoenlich koemen sijn Gerardt Naelen und Jutt Schroers eheluiden ahn einer, und der voerss. Naelen voerkinderen benentlich Sijb Engels mit Mercken seiner hausfr., Item Raebet mit Jaenken sijner hausfr., daertoe Heinrich und Ummel Lehenen, ahn der anderer sijden, und hebben eindrechtelick bekant, omme allen besorgden twist und uneinicheyt te verhueden, vortz beter die broderliche frundtschap te underhalden, sich mit genoichsamer voerbetrachtungh vreiwillich allersijtz vereinigt, und vergeleecken te hebbem, wie sei den hiemit und in crafft deses, wie sulcs ahm bestendigsten geschehen solle kundte off mogtte, sich vereinigen und vergelicken, dat der voerss. eheluiden soen Wilhelmken, mit die voerschreven voerkinderen in denselven verstorvenen vaders Heincken Lehenen selig und haerer moder Jutten ahn erstorvene off noch to verstervene gueder geine vitgesondert, wie inssgelicken die voerss. voerkinderen mit Wilhelmken haeren halven broder auch dheilen sullen die guedere so van gesagtes Wilhelmkens vader, moder, unnd andere frunden ahn ersterven sullen, dergestalt off sei alle van einen vader und moder verweckt und geboeren wehren, Edoch in so verre der voerss. Wilhelmken voer sijnen vader weurde koemen aff te sterven, sonder alige lijffsgebourt affter te laeten, in dempfal sal vorglr. Gerardt der vader wederomme in Wilhelmkens kintzdheil in staen gelick off diese kindtschap niet upgereicht wehre, und sonder argelist, beheltlich dem heren und jederman sijnen goeden rechtten, in oirconde der waerheit, dwijl die voerss. parthijen tgene voerss. auch nochmaels voer t'gericht bekant, so hebben wir voerss. schepen unseren gemeinen schepenamptzseigel hierunder gedruckt, gedhaen up den 18en daich marty anno 1624.'

In de meeste families moest de bruiloft niet teveel geld kosten. Bij de adellijke familes mocht het geld rollen. Bezit en macht waren in vroeger eeuwen zeer ongelijk verdeeld. Links het wapen van de machtige familie Van Hoensbroeck, lange tijd eigenaar van kasteel Hillenraad in Swalmen. Rechts de ingang van kasteel Nieuwenbroeck in Beesel.

Bij kasteel Nieuwenbroeck in Beesel zien we een heel aardig verschijnsel. Het oude familiewapen van de familie De Bosman dat rond 1730 boven de ingang werd aangebracht, werd hier later vervangen door het alliantiewapen van de families Ruys en Van Aefferden. Alleen voor de kenner verraden de jachthonden die het schild vasthouden dat hier ooit het wapen van De Bosman hing.

Niet alleen adellijke families hadden wapens. Ook kooplieden en patriciër­families namen later wapens aan.
Hieronder een hardstenen fragment met het wapen van de familie Michiels van Verduijnen, ingemetseld in de zijmuur van een woning te Reuver. Hoe dit wapen hier terechtkwam, is tot op heden een raadsel.

Foto: Loe Giesen

De gewone man had geen wapen; hij kon vaak niet eens schrijven en gebruikte een zogenaamd merkteken of handmerk.
Het vinden van zo'n zelf gezet teken is, naast een mooie handtekening, eigenlijk net zo leuk als een familiewapen.

Maar al te vaak hangen aan de muren familiewapens die niets met de eigen familie te maken hebben. Een wapen is vaak een soort statussymbool: : "Kijk, wij stammen af van een belangrijke familie".

Is het dan niet leuk om een familiewapen te hebben? Natuurlijk wel! Maar het moet dan ook wel echt gaan om de eigen familie, en niet om iemand die toevallig dezelfde achternaam droeg.

Bij de handmerken treffen we heel vaak een soort hooivork aan, soms met twee, maar meestal met drie tanden. Het lijstje hiernaast, met enkele mensen van de Boukoul uit 1688, laat echter ook drie andere vormen zien.

Behalve handtekeningen en merktekens kennen we natuurlijk ook nog het zegel, zoals bij onderstaand perkamenten charter. Later zien we ook wel dat een lakzegel werd opgedrukt, afgedekt met papier. Zoiets heet een gecachetteerd zegel.

Foto: Loe Giesen
Foto: Peter Vullings

In 1463 verkochten Vullinck van Kessel Johanszoon alsmede Vullinck en Goedart van Kessel, vader en zoon, hun boerderij genaamd Noeten goet in Belfeld-Geloo aan Johan Buyck van Kessel. Naar deze eigenaar werd de hoeve ook wel Buxhof genoemd. In het begin van de 17e eeuw werd de boerderij in stukken verkocht. De heemkundevereniging zorgde er mede voor dat enkele jaren geleden de benaming Buxhoeverweg in ere werd hersteld.

Het komt zelden voor dat je met je stamboom terecht komt in de 15e eeuw. Natuurlijk zijn alle families even oud, maar van adellijke families kom je vaak verder terug in de tijd. Dat heeft veel te maken met hun bezittingen: hun rechten moesten goed zwart-op-wit worden gezet. Toch zijn er ook over eenvoudige families allerlei gegevens te vinden. Het lukt echter vaak niet om deze nog genealogisch "aan elkaar te hangen".

Foto: Loe Giesen

Van deze boerderij in Swalmen-Middelhoven is ook nog een vrij uniek bouwbestek uit 1628 bewaard. Ze werd toen in opdracht van het klooster Maria Weide herbouwd door Tijs in gen IJgelbos.

De Kloostershof te Swalmen, nu Wieler 1. Detail van een kaart door landmeter Anthonis van Remoortet uit 1684.

Deze pachthoeve, eigendom van het klooster Maria Weide in Venlo, was al helemaal opgetrokken in steen, waar toen nog veel werd gebouwd in vakwerk.

Uit het werkgebied van heemkundevereniging zijn gelukkig ook heel wat pachtcontracten bewaard gebleven. Deze geven, naast genealogische informatie, een aardig beeld van de manier waarop onze agrarische voorouders leefden.
Mijn Kroniek bevat meerdere voorbeelden.

Een nieuw huis!
Als je geluk had (soms ook pech), dan erfde je een huis. Dankzij de overdrachtsregisters van de schepenbank (ook wel transportprotocollen genoemd) kennen we talloze overdrachten van huizen. Vaak gaat het om een openbare verkoop met brandende kaars. Zodra de kaars was aangestoken, kon het bieden beginnen, wie met het doven van de kaars laatste bieder was, werd de aankoper. Wat zal het vaak op het laatste moment een tumult zijn geweest in de herberg!
Pas als de gemeentebode met een van de uiteinden van een lange stok op de grond had geslagen (de stokkenslag) en beide partijen elkaar een palmslag met de hand hadden gegeven, was de verkoop definitief.

Net als tegenwoordig, moesten bij de aankoop ook vroeger al allerlei bijkomende kosten worden betaald.
Het armengeld bedroeg gewoonlijk 1% van de koopsom. Dit geld ging naar de armenkas, waaruit een soort uitkering werd gegeven aan de minst bedeelden.
Verder werd ook nog drinkgeld betaald, zogenaamde lijcoop. Van dit bedrag (liefst 2%) werd stevig gedronken op de gedane zaken. Bij een openbare verkoop moest soms nog eens 2½% van de koopsom worden betaald aan overdrachtsbelasting.

Soms was je een nieuw aangekocht huis na korte tijd al weer kwijt. Dat kon komen door het zogenaamde beschudrecht. Bloedverwanten van de verkopers, soms ook buurtgenoten, hadden een soort voorkeursrecht bij de verkoop van een huis. Dit werd ook wel vernaerdering of naasting genoemd.

10 januari 1698
SWALMEN - Naasting van een huis.
Ten overstaan van Frans Gerardts en Corst Crijnen, schepenen van de heerlijkheden Swalmen en Asselt, verklaart de medeschepen Areth Meuter bijgestaan door de procureur Buijckman, dat Peter Smits een huis heeft aangekocht van de eveneens medeschepen Thijs Coolen, naast het huis van comparant gelegen, welk comparant heden wil beschudden. Hiertoe heeft hij Areth Mooren laten dagvaarden, 'welcken volgens alhier verthoont eene oepene beurse mit klinckende gelt, oirbiedich sijnde den cooppenningh aen den cooper aenstondts mit allen verloop over te tellen voor soo veel die bij hem betaelt magh wesen, in dyen hij het beschudt wilt aenveerden, mits voor al volgens landtrecht pag. 157 art. 5 de coopcedule exhibere, ende onder eede affirmere den cooppenningh ende conditien daerinne vermelt alsoo vroom ende waerachtich te wesen; item presenteert aen hem te restitueren den gewoonelicken lijcop ad twee vant hondert in cas soo hoogh verdroncken; item den hondertste penninck voort aermengelt, den vuytgeleyden godtsheller, voorts volgens landtrecht pag. 158 art. 7 et 8 validerert alle noodige ende prouffitelicke reparatien ter goeder trouwe aent voors. huys naer den coop gedaen, insgelicx alle affgequetene renten ende chijnssen etc. op het selve huys gestaen ende bij den aencooper affgeleyt, wy oock de rechten van overdracht, ende in alles den aencooper voor soo veel rechtens inde de coopcedule vermelt, schaedeloos te halden ende in alles sich naer de coopcedule sub affirmatione praevia te sullen reguleren, stellende voor et illiquyd alhier tot borge den schepen Peter Quijten, ende Areth Mooren dewelcke beloven tselve illiquyd, naer dat het gerichtelick off onderlingh geclairt sal wesen, op te leggen ende te betaelen, ten effecte vant welcke sij de noodighe stipulatie in handen van ons voors. schepenen in absentie van den here scholtis hebben gedaen, ende heeft den comparant voor het selve illiquyd geconsigneert een goude fransche pistoel ende in silvere een spaensch ricxoort ende in cas van geene acceptatie vant gerichtelick beschud, concluderende contendeert den comparant ten eynde bij vonnis verclaert sal worden een goedt beschudt te sijn geschiedt hem aenwiesende onder de presentatie van voldoeninghe aen de coopcedule, het vercochte huys volgens deselve cum expensis de facta citatione constat desuper.'
De naasting wordt vervolgens door Peter Smits aanvaard, welke aanvaarding tenslotte door de procureur Buijckman q.q. wordt geaccepteerd.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 19 fol. 213vs-215.

Inderdaad, zelfs als deze voor beginners onleesbare tekst is 'vertaald' in leesbare tekens, is deze nog steeds koeterwaals voor de meeste lezers. Maar al doende leert men... Hardop lezen helpt wel eens.
Sommige moeilijke woorden vind je ook in mijn Glossarium, een verklarende woordenlijst.

Foto: Loe Giesen Tot het eind van de 18e eeuw werd in onze omgeving veel gebouwd in vakwerk. In Swalmen en Belfeld zijn helaas alle voorbeelden van vakwerkbouw inmiddels verdwenen. Deze boerderij op de Bakhei in Beesel lag mogelijk eerder langs de Rijksweg bij de gemeentegrens met Swalmen, waar ze in dat geval rond  1780 werd gebouwd als de hoeve Heijenbroeck, ook wel bekend als de Witte Hengst. Herbouw van vakwerkgebouwen op een andere plaats kwam wel vaker voor.

Alle buurtbewoners gaven in 1688 hun toestemming voor de bouw van een huis door Peter Pijpers en Merrijken Jeuriens op de Boukoul, zoals voor hen de bouwplaats zou worden aangewezen door schout, schepenen en gezworenen. Als voorwaarden stelden de naburen dat de nieuwe buurtbewoners "sigh altoos eerlijck ende vroom sullen dragen ende quyten gelijck goede naebuyren toestaet ende behooren te doen".

De archieven van de schepenbanken bevatten meerdere akten over de bouw en sloop van huizen. Nevenstaande akte is echter tot op heden uniek.

In sommige akten vinden we ook informatie over de manier waarop huizen waren ingedeeld en werden gebruikt.

Ook aardig zijn stukken waaruit blijkt hoe bijvoorbeeld schuren na een deling werden omgebouwd tot een woonhuis. Mijn Kroniek bevat genoeg voorbeelden.

Foto: Loe Giesen

Foto: Loe Giesen

Blauwdruk behorend bij de bouwaanvraag van een woning aan de Pastoor Vranckenlaan door Ludwig Giesen, 1926 (GHS Beesel). Hier had mijn oma een fourniturenwinkeltje.

Je moet tegenwoordig goed kijken om het pand nog te herkennen: de gehele voorgevel is gewijzigd, de beide schoorstenen en de wolfskap zijn verdwenen. Wat er wel nog liggen, zijn de dakpannen, gebakken door mijn overgrootvader Brökskes Gradus.

Ontginningen en de teloorgang van ´de gemeinte´

Op 30 augustus 1786 verkocht de gemeente Beesel allerlei stukken gemeentegrond, waaronder veel landerijen in de Bakheide. Door de eeuwen verkochten gemeenten telkens weer openbare gronden om zo de gemeentebegroting sluitend te krijgen. De foto hiernaast laat een fragment zien van een van de schitterende kaarten die in 1774 (Swalmen) en 1781 (Beesel) werden getekend door landmeter Smabers.

30 augustus 1786
tot Bezel

BEESEL - Voorwaarden voor openbare verkoop gemeentegronden.
Condities en voorwaarden waaronder geërfden, schepenen en verdere regenten van de gemeente Besel, met toestemming van de heren Raden van Staaten der Vereenigde Nederlanden, na behoorlijke publikatie luidens relaas van de bode, voornemens zijn om over te gaan tot de openbare verkoop met de stokkenslag aan de meestbiedende, van het Witze Weerdtje, de Ohe, een gedeelte van het Hoesterbroek, een 'streek' heide richting Rijkel en andere gronden nader vermeld in het rapport van de geconstitueerde commissarissen op de algemene vergadering en geërfdendag.
1.     de aankopers van de heide en onbebouwde gronden zullen gedurende 30 jaren vrijdom van schat, tiende en andere lasten genieten, onder voorwaarde dat de aankopers de door hen aangekochte percelen voor 1 januari 1790 zullen hebben ontgonnen ('opgebrooken'), bezaaid, bepoot, beplant of anderszins behoorlijk in cultuur hebben gebracht;
2.     van degenen die dit na tien jaar, te weten voor 1 januari 1797, nog niet hebben gedaan, zal de grond zonder enige vergoeding terugvallen aan de gemeente;
3.     de grasgewassen zullen worden verkocht in halve boenders zoals deze zijn afgemeten, met het recht van aanwas zoals nader vermeld in het rapport onder nummer 1 en onder de voorwaarden daarin vermeld. Zowel de grasgewassen als de heide zullen na het aflopen van de vrijdom worden aangeslagen in de klasse nieuw licht - in de marge: de aankopers van grasgewas of een gedeelte daarvan, zullen moeten bijdragen in de aanleg van kribben of batten; bij verwaarlozing hiervan zal het vereiste bat of kribwerk worden aangelegd door de gemeente op kosten van de gezamenlijke aankopers. De grasgewassen, die per morgen of per halve boender zullen worden verdeeld en aangeboden, moeten tevens en masse worden aangeboden en verblijven aan de meestbiedende. Om 'alle gevaar van meropolie [monopolie?] en arglistigheyd' te voorkomen, zullen de verkopers zich na verkoop een uur beraad reserveren om te zien of de geboden koopsom zoveel bedraagt dat deze bij een jaarlijkse rente van 3% evenveel opbrengt als de landerijen thans en voorheen, gerekend over het gemiddelde van de afgelopen tien jaren, zouden hebben opgebracht indien deze zouden worden verpacht;
4.     de heide zal insgelijks worden verkocht in halve boenders. Degene aan wie een kavel is verbleven, heeft tevens het voorkeursrecht om meerdere halve bunders dan wel het gehele perceel voor een gelijke koopprijs te aanvaarden - in de marge: 'dat die geenen dewelke een daghuur der huysen sullen willen stellen als dan ter plaetsen daar geërfdens en regenten sullen goedvinden gratis sullen worden toegemeten twee morgen waar van bij vervolg van expiratie van de vrijdom alleen de schattingen van een en een halve morgen sullen bijbrengen. Dat die geene welke een notabile district heyde syllen hebben aangekocht en eene grootere behuysinge voor een akkerman met een paart of os sal laeten stellen, gratis sal worden toegemeeten vier morgens waar van naar verstrijk des vrijdoms aan schad sal betaalen ten advenante van twee morgens. Dat die geene dewelke sullen aanneemen op hunne aangekogte heyde te stellen een pagthof voor twee of meerdere paarden of ossen, gratis sal worden toegemeten ses morgens en alleen voor drye morgen schat sullen betaalen na expiratie der vrijdom. Alles nogtans dat deze aanneeminge sullen worden nageleeft binnen de vijf eerst volgende jaaren, soo niet, dat als dan de toegemeetene morgens sullen moeten betaalen ten advenante van den koopprijs van het verkogde neffens aanschietende of gelegene parceel. Dat de geërfdens en regenten tot aanmoedinge van den akkerbouw met os of ossen sig bij deze verpligten van bij de Soveraine Overigheyd te amplieeren de welke hunne nieuwe erven met os of ossen sullen laaten cultiveeren alle des selfs huysgesinne en vhee op het parceel wonende en ter culture geplaatst, vrijdom sullen genieten hooft en beesten schad so lange men sal blijven continueeren met os of ossen dese erve te beakkeren.';
5.     degenen die gemene heide met aanzienlijke aanplant van bomen hebben bepoot, zal het vrijstaan om deze in eigen erf aan te nemen mits zij de prijs betalen waartegen de andere heide boendersgewijs is aangekocht; hetzelfde geldt voor huisplaatsen de aangemeten twee morgens overschrijden;
6.     de aangekochte percelen zullen tijdig voor de aankopers worden gemeten ten overstaan van de commissarissen;
7.     de aankopers moeten de koopprijs vóór maart aanstaande in gangbare munt betalen in handen van de huidige schatheffer, op straffe van parate executie - in de marge: de koopprijs zal worden betaald in 3 termijnen van ieder 6 maanden. Bedraagt deze koopsom 1.000 gulden Cleefs of meer, dan mag de aankoper de helft van de koopsom als hypotheek vestigen op ander perceel onder de gemeente danwel het ressort van het Hof van Gelderland gelegen, echter nadrukkelijk niet op het aangekochte perceel, tegen een jaarlijkse rente van 3½%. De resterende koopprijs zal door de tijdelijke schatheffer in ontvangst worden genomen en in de gemeentelijke rekening worden verantwoord, tegen een vergoeding van 0,5%. Mocht de schatheffer geen genoegen nemen met dit salaris, dan zal het de geërfden en regenten vrijstaan om dit door iemand anders te laten doen tegen het laagste bod;
8.     de aankopers zullen op verzoek zonder enige kosten worden geërfd en gegoed in de door hen aangekochte percelen - in de marge: degenen die conform resolutie van het Hof overdracht willen, moeten de percelen bij deling of erfenis waarbij de eigenaar verandert, dit laten aantekenen in het boenderboek binnen uiterlijk 6 maanden, op straffe van 2 ducatons boven het salaris dat de nalatige nieuwe eigenaar verschuldigd is, en waarvan de helft zal worden betaald aan de officier en de andere helft aan de secretaris die de in- en uitschrijving ('af- en aan schrijvinge') moet doen;
9.     ieder hoogsel zal 1 gulden Cleefs à 20 stuiver bedragen, alles ten profijte van de gemeente;
10.   de aankopers moeten van iedere gulden van de koopsom 1 stuiver betalen tot bekostiging van deze verkoop en verdere onkosten;
11.   degenen aan wie enig perceel mocht verblijven en die niet ingezetenen zijn of geërfd in deze gemeente, zullen onmiddellijk een borg stellen, niet enkel voor de koopsom maar ook voor de kosten van meting en andere kosten;
12.   in alles waarin deze voorwaarden niet voorzien, zal worden gehandeld naar de stad- en landrechten.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 40 fol. 95vs-7vs. Met in de marge goedkeuring (met vele wijzigingen) d.d. 11-10-1786 door het Hof.

Geïnteressseerd in de ontwikkeling van het landschap? Lees dan ook mijn webpagina's over toponiemen.

Detail van de oudste kadastrale minuutplannen van de Gemeente Belfeld, met rechts een gedeelte van de oude dorpskern met in blauw de kerk. Na de Tweede Wereldoorlog werd de kern verplaatst. De spoorlijn (1865) ontbreekt nog op deze kaart.

De situatie in Swalmen rond dezelfde tijd. Hier een duidelijk dorps­plein. De huizen worden aan drie kanten begrensd door de Swalm. Achter ieder perceel gaat een uitgebreid genealogisch verhaal schuil; sommige huizen gaan terug tot de late Middeleeuwen.

Zoek niet alleen uit wanneer je voorouders werden geboren en overleden, maar ook waar ze woonden! Je kunt hiervoor onder andere terecht bij WatWasWaar (voorheen De Woonomgeving).

http://www.loegiesen.nl/toponiemen/BELFELD-S.htm#Stuw

Het landschap waarin onze voorouders opgroeiden heeft door de eeuwen heen grote veranderingen ondergaan.

Zelfs eeuwenoude elementen zoals de Maas zijn door de mens ingrijpend gewijzigd, zoals bij de stuw in Belfeld.

Oude akten bevatten allerlei gegevens over de manier waarop onze voorouders worstelden met de natuur. Het samenleven met de natuur was vooral bittere noodzaak en slechts zelden ingegeven door liefde voor de natuur.

Andere gebieden liggen er mogelijk nog steeds bij zoals vroeger. Wat zagen de mensen die ieder jaar op St.-Urbanusdag de gemeentegrens tussen Beesel en Swalmen afliepen en daar de kinderen een pak slaag gaven opdat ze die grenzen nooit zouden vergeten?

Hier een kijkje op de Swalm bij Rookhuizen, genoemd naar een zekere Rochus. De weg die naar de Beeselseweg loopt, werd vroeger ook wel Groeneweg of St.-Urbanusweg genoemd.

Ook nadat de ruïne verlaten werd, was het bezit van de Naborch nog goed voor een plaats in de Ridderschap. Een gedeelte van de stenen voor de restauratie van het kerkje van Asselt werd hier (met toestemming) door Cuypers 'gebietst'.

Wat zou de bouwheer van dit ooit zo trotse kasteeltje denken wanneer hij zou weten dat er nu een drukke autosnelweg naast zijn huis loopt?

De Graeterhof op de Boukoul werd in 1909 door architect Dupont vrijwel onherkenbaar verbouwd. Maar ook het gebouw uit 1857 door architect Cuypers zou door eerdere pachters vast niet herkend zijn. Onze omgeving verandert voortdurend.

Gelukkig zijn er af en toe mensen die zich over een oud pand ontfermen. Toch is het verontrustend om te zien hoeveel historische gebouwen en landschappen ook na de Tweede Wereldoorlog zijn verdwenen.

Beroepen gingen vaak generaties lang over van vader op zoon. Zo vinden we in oude archiefstukken soms leuke verrassingen, zoals in onderstaand voorbeeld.

1 juni 1729
SWALMEN - Testament van Cunera Spee.
Ten overstaan van Goetsen Geraerdts, Geurdt Smeets, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, en Geraerdt Emets, ook schepen aldaar, in afwezigheid van de secretaris, maakt Cunera Spee, weduwe van Christophel Pijpers, ziek te bed maar gezond van verstand, haar testament op als volgt:
Haar erfgenamen moeten op haar sterfdag een malder rogge aan brood uitdelen aan de armen.
Haar zoon Matthijs zal vooraf ontvangen 'alle vellen ende gereydtschappe soo tot het hamaeckers ampt sijn gehoorende, sonder eenige exceptie, in consideratie van sijne getrouwe diensten aan haer bewesen.'
Alle overige roerende goederen zullen gelijk worden gedeeld tussen haar beide kinderen Matthijs en Sophia.
Haar voornoemde erfgenamen zullen aan haar dochter Jenneken haar beste bed geven, twee kussens en 'hooftpulve', alsmede 10 pattacons die Jenneken aan testrice had geleend.
RHCL Maastricht, Schepenbank Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 76; origineel op papier met merkteken van Cunera Spee.

Deze kruik, gemaakt door pottenbakker Tilmanus Dingelstad uit Swalmen, draagt als datum 14 mei 1843. Ook gereedschappen en andere gebruiksvoorwerpen dragen vaker de naam, initialen of merkteken van de eigenaar.

20 augustus 1736
"Lijste vant bedrijff van Besel voor den jaere 1736"

Peter Trines
Francis Nimans
Lamert Lamers
Conraerdt Harp
schepen Xbergh
Joannes Reiners
schepen Ketelaers
Willem Laemers
Joannes Janssen
Hend. Verheijen
Jan Trines
Henr. Janssen
als timmerman
backer ende bremer
smit
cuijper
maltmaecker
snijder
coopman en klompemaecker
smit
timmerman
schoumaecker
maltmaecker
een weeffgetouw

28 mei 1925
REUVER - "Door H.M. de Koningin werd aan het gezin P.J. aan den Boom alhier, bestaande uit 19 personen, t.w. man, vrouw met 11 jongens en 6 meisjes, toen het gezin onlangs met een tweeling vermeerderde, een bedrag van fl. 40 geschonken. Ook bij een vorige familievermeerdering mocht het gezin Aan den Boom eenzelfde Koninklijke belangstelling ondervinden."
Maas- en Roerbode

 

23 april 1926
REUVER - "Tot agent voor de vrijwillige ouderdomsverzekering bij den Raad van Arbeid te Venlo is in de plaats van den heer H. Beerends te Reuver, die als zoodanig heeft bedankt, met ingang van 24 dezer benoemd de heer L. Giezen, te Reuver."
Maas- en Roerbode

Vergeet ook de kranten niet! Veel oude mensen kenden mijn grootvader vooral als verzekeringsagent.
 
In 1982 werd in Offenbeek een sculptuur onthuld die herinnert aan het beroep van kleisteker. Het beeldt uit hoe de werklui, moe na een lange dag van hard werken op de 'Pruuse Bos', met hun paard naar huis liepen. De kleistekers vormden een eerste, belangrijke stap in de kleiindustrie, waar lange tijd velen hun boterham verdienden. Vaak brachten kinderen tussen de middag warm eten naar 'de Bos', dat in een 'knuurke' werd gebracht. Na een opknapbeurt van de Offenbeker markt komen de arbeiders met hun paard niet meer moe van de grens af, maar gaan ze er moe naar toe. Tja, aantrekkelijk was het werk ook niet…
Foto: Loe Giesen

Oude belastinglijsten zijn een goede aanvuling op de registers van doop, trouwen en begraven.

Net als de latere bevolkingsregisters geven ze een redelijk beeld van de samenstelling van de bevolking, hoewel de namen in de lijsten zich helaas beperken tot de gezinshoofden.

Diverse van de achternamen op deze lijst uit 1769 treffen we ook tegenwoordig nog aan in Swalmen. Oudere lijsten zijn steeds volledig handgeschreven en voor de beginnende genealoog nauwelijk te ontcijferen.

Wist je trouwens dat ook af en toe belasting werd geheven op bepaalde soorten bomen, of op de ramen in het huis?

Van Beesel is een mooi schat- en meetboek bewaard gebleven uit 1654. Op enkele tientallen pagina's passeren zo alle landeigenaren van die tijd de revue.
De mooiste voorbeelden van bunderboeken (zoals ze ook wel genoemd worden) dateren uit het eind van de 18e eeuw.

Beesel kreeg in 1853 een gemeentewapen; Swalmen (1911) en Belfeld (1929) pas vele jaren later. Eerder waren er wel al schepenbankzegels, waarmee tal van oorkonden werden bekrachtigd.

De inwonersaantallen van Beesel, Belfeld en Swalmen namen vooral vanaf het eind van de 19e eeuw sterk toe, vooral door de vestiging van enkele grote industrieën in deze regio. In 1967 werd in de gemeente Beesel de 10.000ste inwoner geboren. Het gemeenteloket is tegenwoordig overal een balie. De functie blijft dezelfde: contact met de burger.

Van bestuurders, zoals schepenen, zijn tot soms zelf vóór 1600 de namen bekend; hetzelfde geldt voor de bode en secretaris.

Foto: Loe Giesen

Rond 1750 liet de rijke familie Van der Renne uit Roermond langs de Rijksweg tussen Bussereind en Reuver een groot park aanleggen, compleet met oprijlaan, vijvers en een jachttuin in de vorm van een sterrenbos. De vijvers verdwenen reeds voor de aanleg van de spoorlijn in 1864. Wat vermoedelijk bedoeld was als portierswoning werd uiteindelijk het Jagershuis. Of de huidige ligging, pal aan een op- en afrit van de A73, in het ideale plaatje van Van der Renne zou hebben gepast, is te betwijfelen.

De armenkas werd in Beesel mede gespekt met de opbrengsten van sommige boetes voor overtredingen.

3 januari 1825
REUVER - Herbergier Theodorus van der Velden wordt geverbaliseerd omdat hij niet op de bepaalde tijd zijn huis gesloten had. Diverse personen hebben elkaar geslagen en gebeten, waaronder H. Strouken en W. Smeets volgens de burgemeester de grootste belhamels zijn.
"... zij moeten wel ontrent met 15 bijeen geweest zijn; de grootste straatschenderij gemaakt die men zich denken kan, door zig te slaan, in het schreven (schreeuwen)..."
De burgemeester verzoekt een boete vast te stellen van 4 francs per persoon, te betalen aan de armenontvanger, Van den Broeck op de Reuver.
GHS Beesel, Reuver, Archief dorpsbestuur, inv.nr. 180/325.

Foto: Loe Giesen

Mantelzorg: het armenhuis van Swalmen

De oudst bekende vermelding van het armenhuis in Swalmen dateert uit 1731. In 1756 verkopen de pastoor van Swalmen, de schepenen Hermen Raemaeckers en Matthijs Bongaerts, als provisoren van de huisarmen aldaar, en Willem Gerardts als huidige armenmeester, het 'Armenhuys' met de hof en een stukje bouwland daarachter gelegen op de Cropper­straete voor 410 gulden aan Christiaen Dousent en zijn vrouw Sophia Mertens.

Op 24 december 1763 wordt het huis opnieuw verkocht. Christiaen is na het overlijden van zijn vrouw Sophia Mertens achtergebleven met zijn drie minderjarige kinderen. Christiaen zelf is ongeveer een maand geleden getroffen door een hersenbloeding en niet meer in staat om de kost te verdienen of voor zijn kinderen te zorgen. Daarom hebben zijn zwagers zich verplicht op de beide oudste kinderen over te brengen naar Waldniel en deze daar op hun kosten op te voeden. Om te voorzien in het onderhoud van het jongste kind en de vader dragen zij het huis met toebehoren over aan Merten Dousen en Mechtildis Jansen, met de verplichting dat deze hun broer Christiaen Dousent gedurende de rest van zijn leven zullen onder­houden en na zijn dood fatsoenlijk zullen laten begraven. Tevens zulen zij zijn jongste kind van ongeveer een maand oud opvoeden totdat dit zelfstandig de kost kan verdienen. Op 9 juli 1764 kopen Jan Sillen en Sophia Dousent het huis. Zij verplichten zich tot de opvoeding en het onderhoud van de twee kinderen van wijlen hun oom Christiaen Dousent 'tot tijdt ende wijle de selve hunnen cost connen verdienen', in het geval Henricus Meertens en Arnoldus Meertens zouden komen te overlijden, en dat zij aan elk van beide kinderen een bedrag van 14 pattacons 4 schelling zullen geven. Indien zij dit bedrag niet binnen een jaar geven, zullen zij hierover een rente betalen van 4% totdat de kinderen zullen zijn gekomen 'tot eenen behoorelijcken staeth offt tot den ouderdom van 25 jaeren.'

zonder datum, na 1780
Deservitors, schepenen en regeerders van Swalmen vragen toestemming van de geestelijke en adelijke geërfden van Swalmen en Asselt om ten behoeve van de arme en gebrekkige inwoners een bedrag van 100 pattacons te mogen opnemen uit de gemeentelijke middelen.
In 1776 is een grote sterfte onder koeien geweest, waarbij ca. 800 dieren zijn gestorven.
In 1779 zijn zware offers gebracht tijdens de doormarsen van keizerlijke troepen en door vele karrevrachten leveranties, waarbij bovendien de besmettelijke ziekten dissenterie en "heete rott koortsen" zijn uitgebroken.
In 1780 is een algemene misoogst van groenten en fruit geweest, gevolgd door schaarste en hoge prijzen, waardoor vele arme inwoners zich bijna dagelijks "met krijtende oogen" tot de supplianten wenden voor hulp en bijstand. Hiervoor is echter de gevraagde toestemming nodig.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 356.

Zo mooi als op deze prent zullen de koeien van Swalmen er op het eind van de 18e eeuw niet bij hebben gelopen.

De veestapel was over het algemeen vrij schamel. Ook de grotere pachters hadden vaak nog geen 10 koeien en runderen. Sommige pachtcontracten schrijven voor hoeveel varkens jaarlijks moesten worden gefokt.
Een van mijn voorvaderen, Joannes Denessen uit Tegelen, noteerde op het eind van de 18e eeuw exact hoe met met zijn bijen ging.

24 december 1825
BEESEL - De gemeente Beesel verzoekt om fl. 47,24 uit het batig saldo van de gemeente te mogen gebruiken voor de jaarwedde van een vroedvrouw.
GHS Beesel, Reuver, Archief dorpsbestuur, inv.nr. 180/377.

22 februari 1830
BEESEL - Joanna Kambeel kan worden aangesteld als vroedvrouw, indien een gesprek positief uitvalt.
GHS Beesel, Reuver, Archief dorpsbestuur, inv.nr. 181/594.

12 april 1830
BEESEL - Bij gebrek aan een vroedvrouw voor de armen kan dokter Buijs voorlopig opgeroepen worden.
GHS Beesel, Reuver, Archief dorpsbestuur, inv.nr. 181/603.

zaterdag 24 januari 1795 - 21 mei 1795
SWALMEN -  Zieken te Swalmen (fragment).
Rekening van Jo. Wildt, chirurgijn te Roermond, wegens werk en medicamenten te Swalmen:

"An chyrurgischer deservitur und vorgeschossenen medicamenten habe ich vom 24en Januar bis untern dato in der gemeinde zu Schwalmen nachstehendes verdienet:

Anno 1795 den 17 Mers eine visite zu den Joes Schreinerwercker, und ihn adergelassen ...
den 20 Mers eine visite op die Heid zu Reiner Börskens, und ihn wegen einen befrornen fuss besorget, und verbunden ...
den 21 Mers fur ihn an medicin zum verbinden
fur Joes Schreinerwercker an medicin
den 1 April die fraw des Joes Schreinerwercker eine aderlass und an medicin
den 22 April eine visite zu der Sophie Rölken op die Heid
eodem ihr an medicin
eodem die dochter des Reiner Börskens, und die wittib (weduwe) Johan Krin adergelassen
den 25 April eine visite op die Heid zu der Reiner Börskens und seine dochter
eodem für beiden an medicin
den 27 April fur die Sophie Göbbels an medicin
den 2 Maij eine visite zu der Sophie Rölkens, und Paul Willems op die Heid
den 8 Maij eine visit zu den Willem Correns und 2 aderläß
fur genesung eines offenen schadens des kindes des Johan Zimmermans, und gegebenen medicinen
den 7 Maij eine visite zu den Wilhelm Correns
den 8 Maij ihm an medicin

De ziekte waaraan je voorouders (over)leden zegt je niets? Over allerlei aandoeningen is op Internet steeds meer te vinden. Weet je bijvoorbeeld wat de gevreesde rode loop was?

4 februari 1755
SWALMEN - Ontlastbrief voor Caspar van Haeren, voornemens om te gaan wonen in Deurne.
"Wij borgemeesters ende schepenen der heerlijckheyden Swalmen ende Asselt doen conde, tuygen ende certificeeren hier mede dat thoonder deses Caspar van Haeren, cleedermaecker van sijnen style ende geboortigh alhier van eerlijcke ende deughdelijcke ouders, sigh altoos wel heeft gecomporteert, ende gehoort hebbende dat den selven Caspar van Haeren sigh heeft begeven in den houwelijcken staeth tot Deurne met seekere Jenneken Hendrick Martens ende dat den selven daer niet can blijven woonen voor ende aleer versien te sijn van eene behoorlijcke certificaet van de schepenen der voorss. heerlijckheyden, soo ist dat wij verclaeren gelijck wij doen hier mede, dat invall dito Caspar van Haeren soude comen tot decadentie ofte grooten armoedt, nimmermeer sal comen tot laste van de armen van de plaetse alwaer hij woont dan tot onsen laste, in oirconde hebben wij hier op doen drucken den segel welcken wij ad causas gebriucken ende dese door onsen vereyden secretaris onderteekenen laeten tot Swalmen den 4 february 1755."
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 349.

6 augustus 1831
BEESEL - Er bevinden zich veel vreemdelingen in de gemeente. Dit aantal neemt nog dagelijks toe. Burgemeester Ruijs vraagt om orders inzake het arrest van personen zonder goede identiteitspapieren, volgens artikel 38 van de wet van de Burgerwacht.
GHS Beesel, Reuver, Archief dorpsbestuur, inv.nr. 181/698.

Kopergravure van een bedelaar, door Pieter Quast (1606-1647).

De vreemdelingen werden zelden met open armen ontvangen. Op het einde van de 18e eeuw werden in onze omgeving zelfs geregeld zogenaamde vagabondenjachten gehouden.

Al vanaf de vroege Middeleeuwen was de Maas een belangrijke transportroute voor hout vanuit de Ardennen naar Holland. Roermondse werklui, bekend als houtvlotters of huurvaarders, konden worden ingehuurd om de lading bij de Hollandse kooplieden in o.a. Dordrecht te bezorgen.
Nadat de houtvlotten bij Ouddorp en in de buurt van de Schelkensbeek weer gerepareerd waren na een woelig traject op de Maas, liep een gedeelte van de huurvaarders te voet terug naar Roermond, waarbij zij onder andere Rijkel passeerden.
Geregeld was er ook voor de Beeselse dagloners nog een stuiver te verdienen. Misschien dat ook dit vlot, op een schilderij gemaakt door Albert Cuyp, via Beesel kwam...

http://www.loegiesen.nl/toponiemen/BEESEL-V.htm#Vluttershuisken
Foto: Loe Giesen

Door de eeuwen heen waren in het Maas- en Swalmdal zeer veel verschillende munten in omloop. Ze herinneren aan de vele mogendheden waartoe onze streek behoorde: Gelre, Spanje, Oostenrijk, Frankrijk, België, Nederland… Maar er werd ook vlijtig betaald met oudere munten of munten uit vreemde landen, zolang het geld maar van goede kwaliteit was.
Met de invoering van de euro zouden ook veel recentere munten zoals het kwartje en het dubbeltje verdwijnen.

collectie Peter Peeters, Reuver

Teuten en marskramers (hier geschilderd door Jheronimus Bosch rond 1500) reisden, met hun koopwaar op de rug, stad en land af. Zo kochten de meeste mensen hier hun potten en kruiken van doortrekkende pottenbakkers en lieten ze hun kookgerei repareren door de ketellapper.

De boeren uit het Maas- en Swalmdal verkochten zelf zoveel mogelijk op de markten van Roermond en Venlo. De eerste 'winkel' werd pas in de late 18e eeuw gevestigd in Beesel, door Joannes Henricus Velbruck uit Wesel, tevens bakker, kremer en schenker.
Wel waren hier eerder al allerlei lieden die ingeschreven stonden als koopman.

Met name van mensen met reizende beroepen is het extra moeilijk om de stamboom samen te stellen. Schippers, soldaten (hierboven in een minder heldhaftige houding op een schilderij van rond 1620), ambtenaren, bij genealogen zijn deze groepen berucht.

15 oktober 1778
KIRCHHOVEN, bij Heinsberg, D - Gehuwd: Arnold Rütte [Arnoldus Rutten alias Kessels, ged. Beesel 13-5-1752, overl. ald. 13-2-1795, zn. van Theodorus Kessels en Catharina Reuvers], Hollands soldaat gedoopt te Beesel, en Anna Maria Josepha Peters [ged. Kerckhoven, overl. Beesel 18-11-1815, oud 69 jaar; zij hertr. Beesel 4-7-1796 met Godefridus Peters]. Getuigen: Joannes Peter Peters, broer van de bruid, en Maria Agnes Rütte, zus van de bruidegom.

Uit dit huwelijk:

  1. Theodorus Rutten, ged. Beesel 25-3-1781 (get. Petrus Meuter voor Christianus Peters en Agnes Rutten), verm. jong overl.
  2. Christianus Rutten, ged. Beesel 18-10-1783 (get. Franciscus Meuter voor Joannes Petrus Peters en Sophia Peters). Tr. Tegelen 31-3-1818 met Joanna Mulders.
  3. Theodorus Rutten, geb. en ged. Beesel 9-5-1787 (get. Cornelius Jansen wnd. te Besel en Agnes Rutten wnd. te Kessel; geb. 'tot Rijckel'), overl. ald. 23-10-1788.
  4. Lambertus Rutten, geb. en ged. Beesel 5-1-1790 (get. Theodorus Bos wnd. te Swalmen en Catharina Peters wnd. te Maesniel; geb. 'tot Rijckel').
  5. Anna Catharina Gerits (sic), geb. Beesel 3-2-1793, ged. 4-2-1793 (get. Joannes Jansen wnd. te Besel en Cornelia Bloemers wnd. te Swalmen; dr. van Arnoldus Gerits! ged. te Besel x Maria Josepha Peters ged. te Kerckhoven; geb. 'tot Rijckel').

Ook de pastoor maakte wel eens een foutje. Bij het vijfde kind van het gezin hierboven noteerde hij als achternaam Gerits. Er zijn gezinnen waarbij voor de vader of moeder enkele keren een andere achternaam werd genoteerd door de pastoor. Zoiets heet een aliasnaam. Omdat ik àlle gezinnen uit het Maas- en Swalmdal uitzoek, zijn heel veel van die aliasnamen nu bekend.

In de kerkboeken van Belfeld, Beesel en Swalmen zijn heel wat voorbeelden van blijvende en voorbijgaande verliefdheden, met geregeld een buitenechtelijk kind als gevolg. Vaak loop je dan vast in je onderzoek, maar met wat geluk vind je in andere bronnen dan de kerkregisters toch aanwijzingen die je verder kunnen helpen, zoals in de archieven van het bisschoppelijk officialaat.

Uiteraard moet er ook tijd zijn voor ontspanning. Beugelen, dansen, drinken, noem maar op. Hercules werd opgericht in 1903. Foto's als deze kunnen een leuke aanvulling zijn op andere genealogische informatie. Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal heeft heel veel groepsfoto's.
Het probleem van veel oude foto's is dat de mensen op de foto's door vrijwel niemand meer kunnen worden herkend. Het benoemen van deze gezichten zou dan ook meer urgentie moeten krijgen dan nu het geval is.

Foto: Loe Giesen

boerenschans

De vluchtschans aan de huidige Schansweg (dijck) aan de Bakheide te Beesel. De verschansing werd rond 1640 aangelegd door de boerenbevolking om hier in tijd van oorlogsgevaar een veilig heenkomen te zoeken.

In 1579 werd in Reuver al een militaire schans aangelegd, oorspronkelijk Brigittenschans genaamd. In tegenstelling met de Beeselse schans was hier geen omgrachting.

Foto: Loe Giesen

militaire schans

Velen denken dat schutterijen er waren om de bevolking te beschutten, maar tot op heden is voor het Maas- en Swalmdal geen enkele akte gevonden waaruit blijkt dat dat inderdaad het geval is. Toch houden vooral de schutterijen zelf deze mythe graag in stand. Waar de Swalmer schutterij het dan wel druk mee had rond 1780? Lees zelf maar in deze jaarrekening van 1780: met drinken en draaksteken.  Jazeker, ook in Swalmen!
Foto: Loe Giesen

Op 28 oktober 1674 werd een rapport opgesteld van de schade door brand enkele maanden eerder, waarbij tientallen woningen in Swalmen in vlammen opgingen. Op dit openingsblad o.a. de schade aan de al lang verdwenen hoeve Boekweitsdries, eigendom van kasteel Hillenraad.

Foto: Loe Giesen

Het was zeker niet de eerste keer dat de rode haan kraaide in Swalmen. Ook in de zomer van 1702 gingen enkele huizen in vlammen op bij een belegering van Roermond. Gegevens over afgebrande huizen vind je ook terug in de gemeenterekeningen. De bijlagen van die rekeningen bevatten vaak een schat aan gegevens. Van de afgelopen eeuwen zijn honderden rekeningen en bijlagen bewaard, maar nauwelijks een genealoog die de moeite neemt om ze door te kijken. Zonde!

Onze omgeving kent een zeer lange geschiedenis van oorlogen. Voortdurend had de bevolking last van doortrekkende troepen, plunderingen en inkwartieringen.

Rond 1700 was het in onze omgeving extreem koud, maar ook later kon het nog flink vriezen zoals we kunnen zien aan een bevroren Maas in 1929.

Hagelslag, misoogsten, hoog water, één verkeerde dag kon voor onze voorouders een heel jaar honger betekenen. Hoog water kon veel schade aanrichten. De archieven bevatten tal van schaderapporten, met daarin natuurlijk ook allerlei genealogische feitjes.

Foto: Loe Giesen
Detail van een schets daterend van het eind van de 17e eeuw. Op de huidige Bosberg in Swalmen, langs de weg naar Brüggen, stonden de galg en het rad. Tot tenminste het begin van de 18e eeuw werden mensen die ter dood waren veroordeeld hier berecht.

Deze afbeelding uit ca. 1470 laat naast ophanging ook nog het afhakken van handen en voeten zien. Het vergrijp zal wel om meer gaan dan een gestolen appel of een bal door de ruit.
Lijfstraffen kwamen nog voor tot in ieder geval de achttiende eeuw. Ook werden mensen wel verbannen.

 

Gevangenisstraffen waren minder gebruikelijk: ze kostten de gemeenschap gewoon teveel geld. Toen in 1876 een nieuw gemeentehuis werd gebouwd in Beesel, werd dit echter toch voorzien van een 'cachotje', waarvan veldwachter Johannes Hendrix vermoedelijk een sleutel had.

De archieven van de schepenbanken van Beesel en Belfeld respektievelijk Swalmen en Asselt bevatten vrij uitgebreide procesdossiers met daarin ook veel genealogische gegevens. Misschien moest die voorouder met wie je al jaren 'vast' zit wel ergens opdraven als getuige en vertelt hij waar en wanneer hij geboren werd. Beperk je niet tot Burgerlijke Stand en kerkboeken; kijk verder!

Zo zag tekenaar Schipperus het kerkje van Asselt rond 1870. Tussen 1916 en '18 werd de kerk door Pierre Cuypers ingrijpend verbouwd. Op de kerkheuvel liggen enkele van de oudste grafmonumenten van ons werkgebied.. In een akte uit 1657 is sprake van een 'verloeren kerkhoff' dat mogelijk werd weggespoeld door de Maas, toen ook de oudere toren in de golven verdween.

In allerlei archieven liggen nog vele honderden testamenten om door stamboomonderzoekers te worden gevonden. Soms zijn ze heel eenvoudig (alles wordt nagelaten aan de laatstlevende), maar je kunt ook heel gedetailleerde gegevens tegenkomen.

Testamenten werden meestal opgemaakt bij de schepenbank of bij de pastoor. Mensen lieten wel vaker ook iets na aan de kerk. Later ging men vooral naar de notaris.

21 augustus 1692
SWALMEN - Testament.
Testament van Jan Smits, schepen, ziek en bedlegerig maar gezond van verstand. Hij benoemt zijn kinderen tot universele erfgenamen van al zijn erfelijke en patrimoniale goederen, schulden en het kapitaal van 200 rijksdaalder ten behoeve van Henderick ten Dam, die hij tijdens zijn huwelijk met wijlen Metien Arets heeft opgenomen.
Krachtens akkoord tussen testateur en zijn zoon Geurt is hem de vrije beschikking gelaten over de roerende goederen die hem ten tijde van de openbare verkoop ('subhastatie') van Henderick ten Dam waren overgebleven.
Zo laat hij aan zijn jongste dochter Mechdelken het bed waarop testateur nu ligt, met het dekbed, twee paar lakens, vier oorkussens ('oirkusseren') en de 'betrecksels mit de bedtstede ende behangssels; item eene kiste staende in een benaebuijrt huijs mit een stuck flesse gebleijckt doeck groot ongeveer thien ellen.'
Aan zijn minderjarige jongste zoon Willem laat hij 'sijnen swaerten laecken maubel ende swaerte klederen mit een kiste staende int Carthuijs clooster tot Ruremunde, mit een gelick stuck doeck als boven, ende voorders alle sijne testateurs hembden.'
Aan zijn dochter Anneken twee slechte bedden met een nieuw bedteek.
Aan zijn dochter Catharina een bed met een linnen teek, alsmede twee andere van de beste linnen teeken, ongevuld, met nog een oude 'bonsetiecke'.
Uit de overige roerende goederen legateert hij aan zijn dienstmaagd en nicht, Beelken Geurts, behalve haar achterstallig loon, 'tot recompens van de getrouwicheijt aen den testateur bewesen', een half dozijn 'servietten'.
De rest van het linnengoed zal gedeeld gedeeld worden tussen zijn drie dochters, de overige goederen tussen al zijn kinderen.
Als executeurs testamentair benoemt hij de procureur Haes en Areth Mooren, die boven de gebruikelijke beloning voor deze last een legaat ontvangen van ieder 1 rijksdaalder.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 76; origineel op papier, ondertekend door testateur Jan Smeedts, J. Swaken, Frans Gerits en Peter Quijete, opgemaakt door G. Lubbers, secretaris.|
24 mei 1711
ASSELT - Lijkschouwing van een onbekende dode.
Gerard Emets en Dries Janssen, schepenen van Swalmen en Asselt, alsmede Goosen Gerardts als laatschepen van de laatbank van Asselt, hebben zich heden op verzoek van de scholtis aldaar vervoegd te Asselt 'omtrent den Toll tegens over den Langen Baendt, alwaer wij int gescheydt van den voorsschreven Langen Baendt ende den Goorder Tholl onder opt boordt van de Maese gevonden hebbe een doode mans corpus, sijnde gecleedt mit een blauw laecken, camisael, leedere broeck ende witte wulle gestrickte cousen, sonder schoonen, ende hebbende eenen swarten hoot opt hooft, groot ende swaer van postuyr, swart hayr, sijnde naer alle apparentie langen tijdt doodt geweest, ter cause het hembt opt lijff was vervilt, het lichaem blondt, blauw, ende halff verrot, ende oock aen sijn lichaem geene wonden gesien, hebbende Gootsen Pelsers ons verclaert, dattet selve corpus gisteren tegens over de voorsseyde plaetse aen eenen struyck in de Maese was aengedreven, ende van daer door hem getrocken opt voorss. boordt aen den lijnpaet, gehoorende onder de jurisdictie der laetbanck van den Asselter hoff, volgens de brieven daer van sijnde ende in d'archyve vant huys Hillenraedt berustende, welcken volgens hebben wij geordonneert datten voorss. heere scholtis het gemelte corpus soude doen begraeven op eene plaetse bij ons aengewesen, tusschen de Lingen ende Langenbaendt voorss. gelegen, gelijck oock is geschiedt.'
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 98. Met handmerken van Dries Janssen en Gootsen Gerardts, ondertekend door Geret Emets en secretaris P. van Daelen.

In de loop van de late 18e eeuw verschenen de eerste doodsprentjes. Soms bevatten ze unieke informatie over de overledene. De heemkundevereniging heeft een verzameling van enkele duizenden exemplaren. Wij ontvangen graag prentjes die anders zouden worden weggegooid. Dubbele exemplaren worden geruild met zusterverenigingen, dus wij gooien zeker niets weg!

14 oktober 1738
SWALMEN - Rekening voogdij.
Rekening van Hendrick Verheggen en Hendrick Hawinkel als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen de schepen Hendrick Bulders [in leven pachter van Genoenhof] en Getru Slabbers over de jaren 1735-1737.
Inkomsten o.a. wegens landerijen te Kessel, huishuur en weidepacht te Buggenum.
Uitgaven o.a. veel kleding ('voort oorijser van Hendrin te maecken', diverse leren broeken voor Michiel alsmede medicijnen voor hem, gehaald in Erkelens, 'naer Venlo geweest om het water van Michiel aen eenen doctor te laeten syn', 'item aen the en suicker voor Michiel', 'voor de dootkist van Michiel saliger betaelt 1 patt. 6 schell.', etc.), bouwkosten ('aent huys int dorp tot noodige reparatie als stroye, latten, nagels, geirden en arbeydtsloon' 1735, 'het huys tot Buggenum gerepareert', 'voor schooft, nagels, geirden, steenen metzelaer, timmerman', 'aen het huys te Middelhoven laeten decken', 'geleverde dele plancken aent huys tot Middelhoven'); schatting te Swalmen, Buggenum (land afkomstig van wijlen Hendrick Slabbers), Roggel, Kessel; gerechtskosten (leenverheffing van de Brimacker te Nunhem 2-5-1738, idem van een Horns kluppelleen).
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt (01.010), magazijnlijst nr. 87. Bevat tevens kwitanties en bijlagen, o.a. van timmerman Caspar Bollen wegens 'een vinster gemaeckt int huys daer Goedefrijdus Crijnen in woont van mien plancken ende naegels en de stael deur gerepareert'; idem 'gelevert aen thuys tot Middelhoven daer Hermen Wijnaens in heeft gewoont', inclusief uitgebreide werkzaamheden en arbeidsloon voor o.a. Bollen's knechten Wielm Haemers en Hendrikus Nauije; idem kwitantie door Willem Janssen dd. mei 1736 wegens 6 dagen werkzaamheden aan put, oven en haard met nieuw gebrande stenen, voor Hendrick Verheggen; kwitantie dd. 25 juli z.j. door C.E. Henderickx te Ruremonde voor de weduwe Jenneke Slabbers wegens 1 pattacons 'voor een silvere hert gemackt voor Michiel Bulders'; kwitantie d.d. maart 1732 van Agnes Smeets wegens haar aandeel in het huis te Middelhoven; tenslotte een lias overwegend kleine kwitanties.

Oude rekeningen bevatten vaak een schat aan gegevens. Ook de piskijker kon Michielke niet redden van een vroege dood…

De nalatenschap en erfgenamen van een overledene zijn vanaf 1818 meestal te vinden in de Memorie van Successie. De meeste vind je in het Rijksarchief in Maastricht. In het Bevolkingsregister, ingevoerd in 1850, vind je veel over het komen en gaan van personen. Vanaf 1920 werden deze boeken vervangen door gezinskaarten, maar ook die werkwijze was verre van ideaal. In de loop van 1938-'39 werden daarom persoonskaarten ingevoerd. Ook die zijn inmiddels weer afgeschaft. Vanaf 1994 wordt gebruik gemaakt van de geautomatiseerde Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Enkele van de gegevens uit de voorgaande bronnen vind je ook terug in de volkstellingen die vanaf 1829 iedere tien jaar worden gehouden. Deze tellingen zijn vooral interessant vóór de invoering van het Bevolkingsregister.

Mijn Kroniek bevat ook heel wat akten van deling. Van veel notariële delingsakten heb ik slechts de repertoria gezien, dus de feitelijke inhoud is nog een verrasssing...

8 januari 1783
SWALMEN - Akte van deling.
Scheiding en deling tussen Tilmanus Mevissen, ongehuwde meerderjarige zoon, en zijn zuster Maria Mevissen, gehuwd met Christoffer Raemaekers, opgesteld met toestemming en instemming van hun ouders respektievelijk schoonouders.
Christoffer Raemaekers c.s. behouden het huis, schuur, stallingen, moeshof en landerijen zoals door de ouders van partijen aangekocht van de advokaat Clout, en de landerijen zoals door de ouders uit de gemeente ontgonnen. Tevens behouden zij alle roerende goederen, meubels en vee die nu in de woning van de ouders staan, alsmede de aanstaande oogst. Raemaekers c.s. zullen alle achterstallige en toekomstige renten en verdere schulden betalen; ook neemt hij de kapitale lasten op zich die op de onroerende goederen zijn gevestigd. Tenslotte zal hij zijn schoonouders gedurende de rest van hun leven behoorlijk onderhouden in kost en kleding en ze na hun overlijden 'naer hunne capaciteyt' laten begraven.
Tilmanus Mevissen behoudt de goederen onder de heerlijkheid Kessel gelegen plus een door Raemaekers te betalen bedrag van 300 pattacons, waarvan 100 zodra hij tot een echtelijke staat zal willen treden en de resterende 200 pattacons na het overlijden van hun ouders. Getuigen: C. van Keeken en G. Dercx.
Met aantekening d.d. 25 maart 1784 door Tilmanus Mevessen dat hij van zijn zwager Christoffer Raemakers een bedrag van 100 pattacons heeft ontvangen zoals aan hem krachtens akte toegezegd zodra hij tot een echtelijke staat zou willen treden.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 25, fol. 220-222.

Foto: Loe Giesen

Ook grafmonumenten kunnen gegevens bevatten die helpen bij stamboomonderzoek.

Ben je na het lezen van deze website geïnteresseerd in je eigen stamboom?

Bezoek dan eens een van de avonden van Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal in het parochiehuis te Reuver (Pastoor Vranckenlaan 6). Ervaren hobby-genealogen helpen je hier op weg (of verder).

Deze webpagina laat maar een zeer klein gedeelte zien van de vele bronnen die je kunt gebruiken om je familiegeschiedenis wat extra kleur te geven.

En wie weet, met alle ontwikkelingen op het gebied van DNA-onderzoek weet je straks of in een van deze urnen een van je voorouders werd bijgezet.

Bezoek ook:

Toponiemen in Beesel, Belfeld en Swalmen

Maas- en Swalmdal in beeld

Kroniek voor Beesel, Belfeld en Swalmen

© Loe Giesen, Reuver 2005-2013